Dörfer in Gemert-Bakel
De Heerlijckheid Gemert-Bakel bestaat uit 7 Kerkdorpen. Gemert, Bakel, De Mortel, Handel, Elsendorp, De Rips en Milheeze. Ieder dorp heeft zijn eigen rijke historie. Elk dorp is hier uniek. Klik hier voor een korte introductiefilm over Gemert-Bakel. Het is zeker de moeite waard om de kerkdorpen te komen bezichtigen. Voor een dagje uit, een weekendje weg of een overnachting in de natuur. In Gemert-Bakel is voor volwassenen en kinderen van alles te zien, te doen en te beleven.
Gemert
Gemert is een verstedelijkt dorp in de gemeente Gemert-Bakel gelegen in Noord-Brabant. Tot de gemeentelijke herindeling in 1997 was het een zelfstandige gemeente. Op 1 januari 2016 bedroeg het inwoneraantal van Gemert 16.176 inwoners.
De kern van Gemert is het Ridderplein en omgeving. Hieraan ligt het kasteel en meer naar het noorden de kerk van Sint-Jans Onthoofding. Aan dit plein ligt ook het gemeentehuis en een aantal cafés. Aan de hoofdstraten die naar het Ridderplein toe leiden liggen veel winkels. Gemert fungeert dan ook als streekcentrum. Naar het westen toe heeft nooit veel nieuwbouw plaatsgevonden, zodat men via de weg naast het kasteel of zelfs via de oude straten die naar het westen voeren snel in het buitengebied is. Aan de oorspronkelijke straten zijn nog veel historische gebouwen te vinden.
Naar het oosten toe liggen, naast een paar oudere straten, ook nieuwbouwwijken. Tussen de huizen door stroomt de Rips, die in de kom van Gemert echter nauwelijks opvalt.
Bakel
Het oudste dorp van Zuid Nederland
Bakel is bijna het oudste dorp van Nederland maar in ieder geval het oudste dorp van Zuid-Oost Nederland. In 2014 wordt het namelijk officieel 1.300 jaar oud. De eerste vermelding stamt uit 714 na Chr., maar Bakel bestond dus al eerder. Hoeveel eerder is niet bekend.
Bakel was gelegen aan de oude doorgaande weg van Empel naar Roermond aan een weg, die ook wel de Oudestraat (prehistorische route Empel-Roermond) werd genoemd. De oudste schriftelijke vermelding stamt uit het jaar 714, als er voor de Frankische hofmeier Pippijn II een oorkonde wordt opgemaakt in diens woning in Bakel ("Bagoloso" in die tijd). Dit vroeg-middeleeuwse koninklijke verblijf is archeologisch nog niet gelokaliseerd. Een oorkonde uit 721 spreekt over de bezittingen van de Frankische edelman Herelaef, wiens moeder bezittingen te Bakel (Baclaos) had. Herelaef schonk in dat jaar aan Willibrordus onder meer een kerk te Bakel. Deze kerk kwam door toedoen van Willibrordus in het bezit van de Abdij van Echternach, welke tot 1795 invloed zou blijven houden in Bakel. De authenticiteit van de oorspronkelijke documenten, waarvan het origineel in het algemeen al in de 11e eeuw verloren was gegaan, is twijfelachtig. Ze berusten op het Liber Aureus dat door belanghebbende monniken is geschreven.
Vóór 721 werd in Bakel een houten kerk gebouwd die omstreeks 1100 vervangen werd door een stenen Romaanse kerk. Deze is op haar beurt weer door de huidige, gotische, kerk vervangen. De parochiekerk van Bakel was de moederkerk voor de inwoners van Deurne, Gemert en Milheeze.
Diverse achtereenvolgende pausen hebben de rechten van de Abdij van Echternach bekrachtigd. Omstreeks 1100 werden de bezittingen van deze abdij beheerd door een laatbank die in het nabijgelegen Deurne was gevestigd.
In de hieropvolgende periode begonnen feodale heren een steeds grotere macht te vertonen. Omstreeks 1200 viel Bakel onder het Graafschap Rode dat onder invloed van de Graaf van Gelre stond. Willem I van Horne bezat de voogdij over de goederen van de Abdij van Echternach in Peelland en droeg deze in 1222 over aan Hertog Hendrik I van Brabant. Het cijnsrecht werd echter gedeeld tussen hertog en abdij. De abdij gaf echter het tiendrecht weer uit aan lokale notabelen.
In 1648 kwam Bakel rechtstreeks onder de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en werd de uitoefening van de katholieke godsdienst verboden. Van 1672-1674 was de streek door Franse troepen bezet. Er konden vanaf die tijd schuurkerken worden gebouwd en de Bakelse schuurkerk bleef in gebruik tot 1818, waarna de katholieken hun oorspronkelijke kerk weer terugkregen.
De Mortel
De Mortel is een kerkdorp van de gemeente Gemert-Bakel in Noord-Brabant. Op 1 januari 2007 telde het dorp 1547 inwoners.
Zoals in veel Brabantse dorpen is in De Mortel de uit 1904 daterende kerk beeldbepalend. Langs de doorgaande weg staat een beeld met de Mortelse varkenshouder, "De Berenleider". Dit beeld is een van de vele creaties van de Gemertse kunstenaar Toon Grassens. De bebouwde kom wordt aangekondigd met een bord waarop de spreuk 'De Mortel een (h)echt dorp'.
Veel activiteiten vinden plaats op de dorpsweide met daarop een achthoekige kiosk. De Mortel wordt omgeven door een agrarisch cultuurlandschap met bossen, akkers en beekdalen. Er zijn talrijke fiets- en wandelpaden. Het 'Mortels ommetje' is een fietsroute door het dorp en het buitengebied.
In de bossen van De Mortel aan de Hemelsbleekweg staat een 128 meter hoge toren van KPN.
Handel
Handel is een dorp in de provincie Noord-Brabant (Nederland). Het hoort tot de gemeente Gemert-Bakel. Handel is het oudste Maria-bedevaartsoord in Noord-Brabant. De geschiedenis daarvan gaat terug tot 1368. Mogelijk stamt de devotie uit nog vroeger tijd, maar bij een brand in 1709 is het archief verloren gegaan, zodat niets met zekerheid meer valt te achterhalen. Jaarlijks komen er duizenden bezoekers.
Achter de kerk ligt een processiepark, waarin het 'wonderbare putje' ligt, waarvan het water geneeskrachtige werking zou hebben. Een andere legende vertelt dat het Mariabeeld dat in de kerk staat, gevonden is in een boom. Deze zogenaamde "Mariaboom" werd getroffen door de bliksem en spleet open. In het midden van de boom is toen het Mariabeeld gevonden. De inmiddels dode Mariaboom staat nog steeds in het bos.
Een van de bekendste en grootste bedevaarten naar Handel is de Handelse Processie, die jaarlijks door ca. duizend bedevaartgangers te voet wordt afgelegd. Deze processie voert ook langs de Kèskesdijk. Deze weg die van Gemert naar Handel voert wordt geflankeerd door zeven kèskes, wat kleine kapelletjes zijn met een nis. Hierin bevindt zich een beeldengroep die steeds verwijst naar één van de Zeven smarten van Maria.
Elsendorp
Elsendorp is een ontginningsdorp in de gemeente Gemert-Bakel, provincie Noord-Brabant. Aan het eind van de negentiende eeuw verkocht de gemeente Gemert een groot deel van de in haar bezit zijnde heide aan voornamelijk protestante kapitaalbezitters die de hei, meestal door de Heidemij, lieten ontginnen tot bos en landbouwgrond.
Een van deze personen was Samuel Cornelis van Musschenbroek, die de Maatschappij tot Ontginning van de Peel oprichtte en in 1891 ter plaatse van het huidige Elsendorp twee modelboerderijen stichtte. Eén ervan heette De Dompt en dit was ook de oorspronkelijke naam voor het ontginningsdorp.
Op de splitsing van de weg tussen Gemert en Oploo en de weg naar De Rips vestigden zich in het begin van de twintigste eeuw enkele middenstanders. In 1925 werd hier ook een openbare school gesticht, die in 1935 werd omgezet in een rooms-katholieke school. In 1926 werd een rooms-katholieke noodkerk gesticht en werd het dorp genoemd naar pater Gerlacus van den Elsen. Omdat men de naam Van den Elsendorp te lang vond werd het Elsendorp. De noodkerk was gewijd aan Sint-Jan Evangelist. Om de bouw van een nieuwe kerk te financieren organiseerde de bouwpastoor van Elsendorp, rector Busscher, autozegeningen. Deze gingen ook na het gereedkomen van de kerk door en gaven Elsendorp in de jaren 1960 landelijke bekendheid.
De huidige kerk is een schepping van Herman Reuser uit Nijmegen. Ze werd ingewijd op 15 mei 1960 en ze is gewijd aan Sint-Christoffel, die patroonheilige van de verkeersdeelnemers is. De kerk bevat kapellen voor Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, Sint-Christoffel en het Heilig Hart. Er is een Christoffelbeeld van Gerard Bruning, een doopvont vervaardigd door Jan van Gemert, en er zijn glas-in-loodramen van Ton Frenken en Frans Smeets.
De Rips
De Rips is een ontginningsdorp in de gemeente Gemert-Bakel in Noord-Brabant. De Rips heeft een inwonersaantal van ruim 1100 inwoners. De geschiedenis van de bewoning in de omgeving gaat ver terug, aangezien er voorwerpen uit de Tjongercultuur werden gevonden
In 1921 werd de parochie de Rips opgericht. Je treft er veel karakteristieke bosarbeiderswoningen, grotere boerderijen in afwijkende bouwstijl en Ripse panelen, welke de geschiedenis van de Rips uitbeelden. Het bosgebied De Rips is een must voor de echte liefhebber van natuur en historie.
De Pionier, een bronzen beeld van een arbeider die ontginningswerkzaamheden uitvoert. Het bevindt zich voor het buurtcentrum.
Kapel Maria van Liefde, een achthoekig en met leien gedekt gebouwtje uit 1994, aan de Middenpeelweg. De kapel heeft een mooi smeedijzeren toegangshek en schilderwerk. De oprichting van deze kapel is een privaat initiatief geweest van het echtpaar Ineke en Bernard Ploegmakers. In de nabijgelegen schuur van hun boerderij is een kleine tentoonstelling ingericht. Ineke zou in 1990 een visioen gehad hebben.
Het Bosmuseum, nabij de parkeerplaats van het Beestenveld, toont aan de hand van informatiepanelen en beeldmateriaal de rijke geschiedenis van het Peeldorp. Het is in 2008 geopend.
Milheeze
Milheeze (dialect: Millus) is een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant dat sinds 1997 behoort tot de gemeente Gemert-Bakel. Milheeze telt zo'n 2015 inwoners. De eerste vermelding van Milheeze stamt uit 1334 en toen werd de naam als Milhese gespeld. In 1440, bij de stichting van de kapel, schreef men reeds Milheeze, en ook Milheze kwam voor. De naam hees verwijst naar laag struikgewas, denk aan heester. De herkomst van het voorvoegsel mil is niet bekend. Voorheen werd de naam ook wel verklaard uit middel en heeze zou voorde of doorwaadbare plaats betekenen. Naamkundig is deze theorie echter niet te onderbouwen.
De molen Laurentia is een achtkante korenmolen die in 1890 te Milheeze is herbouwd en daarvoor als poldermolen in Bleskensgraaf heeft dienst gedaan. Ze staat aan de weg naar Bakel, vrijwel op de plaats waar de Peelrandbreuk zich bevindt.
De Sint-Willibrorduskerk heeft een toren die uit het begin van de 15e eeuw stamt. De toren telt drie geledingen. De galmgaten zijn versierd. Omstreeks 1900 werd de toren met enkele meters verhoogd en in 1964 werd de kerk nog uitgebreid met een rechthoekige aanbouw. Het 15e eeuws Mariaklokje is toen verdwenen. De huidige klokken stammen uit 1948. In 1897 kreeg de kerk een Smits-orgel dat voordien in een andere kerk dienst deed en verkleind moest worden om in de Milheezer kerk te passen.
Heilig Hartbeeld op het Kerkplein, uit 1918.
Mariakapel uit 1938, gebouwd ter gelegenheid van het 40-jarig priesterjubileum van pastoor J. Simonis. Het is een vierkant gebouwtje dat aan drie zijden open is en voorzien is van hardstenen pilaren en rondbogen. Het is gebouwd in de stijl van de Delftse School en vervaardigd van imitatie handvormbaksteen. De kapel heeft een met leien bedekt zadeldak en er staat een Mariabeeld in. De kapel staat iets ten oosten van de windmolen, aan de weg naar Bakel.