Archeologische opgraving Hooghuis | Gemert
Neem contact op
Dit kasteel was tot voor kort onbekend en is ontdekt bij een archeologische opgraving. Het Hooghuis is het oudste kasteel van Gemert en stamt …
Dit kasteel was tot voor kort onbekend en is ontdekt bij een archeologische opgraving. Het Hooghuis is het oudste kasteel van Gemert en stamt uit de volle Middeleeuwen. Het kasteel heeft meerdere fasen in zijn ontwikkeling en bestond uit twee of drie omgrachte eilanden met gebouwen erop. Het was het eigendom van de adellijke familie Van Gemert die tot 1366 heren van Gemert waren. De oudste fase van het kasteel dateert uit de periode 1050-1150 en bestond toen uit minstens twee omgrachte eilanden. De gracht was 15 tot 20 meter breed. Op het ene eiland stond een drieschepig houten zaalgebouw van 12 bij 12 meter en op het andere eiland bijbehorende bedrijfsgebouwen. Omstreeks 1250 werd op het terrein een mottekasteel gebouwd. Op het hoofdeiland van 37 bij 37 meter werd een motte (kunstmatige heuvel ter verdediging) opgeworpen met een hoogte van 5 à 6 meter. De breedte van de gracht varieerde tussen de 12 en 15 meter. Op de heuvel moet een bakstenen woontoren hebben gestaan.
De woontoren was voorzien van glas in lood ramen met een natuurstenen omlijsting. Het dak was van leisteen en de vloeren bestonden uit doormidden gekapte keien. Een brug van bijna 3 meter breed verbond het hoofdeiland met de voorburcht, die aanvankelijk aan de noordoostkant van het hoofdeiland lag en georiënteerd was op De Haag. Circa 1330 werd een brug aangelegd aan de zuidoostzijde, die vanuit de huidige Ruijsschenbergstraat toegang gaf tot het mottekasteel. Het terrein waarop thans de Latijnse School staat was ook een omgracht eiland dat deel uitmaakte van het kasteelcomplex. Kort na 1366, in ieder geval vóór 1400 werd het Hooghuis gesloopt, de motte geëgaliseerd en de grachten gedempt. De omgrachting van de Latijnse School bleef tot in de 19de eeuw bestaan.
Deze sloop komt redelijk overeen met de teloorgang van de bezittingen van de familie Van Gemert in Gemert. De Duitse Orde, een machtige geestelijke ridderorde was namelijk ook grootgrondbezitter in Gemert en in 1366 dwong de Hertog Van Brabant de heren Van Gemert om hun bezittingen aan de Duitse Orde over te dragen en hen als leenheer te erkennen. Vanaf 1366 was het Hooghuis dus ook eigendom van de Duitse Orde en de familie Van Gemert was daarvan de leenman. Het lijkt er op dat de Van Gemerts na de sloop van het Hooghuis op het derde omgrachte eiland, waarop nu de Latijnse School staat, een nieuw onderkomen bouwden dat daarna ook Hooghuis werd genoemd.
Op de plaats van de oude motteburcht staat nu het voormalige politiebureau van Gemert aan de Komweg. De beide bruggen en een deel van de gracht om het voormalige Hooghuis zijn ter plaatse gereconstrueerd.
Bronnen:
Reconstructie door Remco de Vries
A. Thelen, Het Hooghuis te Gemert, 2001, Heemkundekring De Kommanderij, Gemert