6. Tafelen
6. Ook op het Binderseind
1737
Tafelen
In de nacht van de 14e op de 15e september werd er op een hoorn of een ander instrument geblazen. De dorpelingen hebben het gehoord, maar gezien hebben ze niets.
‘Maar jullie hebben de volgende morgenstond toch wel gezien dat het huis van Emond Arnoldi aan het Binderseind bevuild en besmeerd was met drek en stront?’
Jawel, de buren op het Binderseind zijn die zondagmorgen door de dochter van Emond Arnoldi gevraagd om te helpen de vuiligheid op te ruimen. Ja, inderdaad, die dochter die bij nader inzien toch niet wilde trouwen.
‘En hebben jullie toen ook gezien dat het huis ook besmeurd was met de beenderen en het verrotte vlees aan die beenderen van een dood beest? Dat beest zelf lag op een tafel of enige schragen voor het huis. Toch?’
‘Ja…
6. Ook op het Binderseind
1737
Tafelen
In de nacht van de 14e op de 15e september werd er op een hoorn of een ander instrument geblazen. De dorpelingen hebben het gehoord, maar gezien hebben ze niets.
‘Maar jullie hebben de volgende morgenstond toch wel gezien dat het huis van Emond Arnoldi aan het Binderseind bevuild en besmeerd was met drek en stront?’
Jawel, de buren op het Binderseind zijn die zondagmorgen door de dochter van Emond Arnoldi gevraagd om te helpen de vuiligheid op te ruimen. Ja, inderdaad, die dochter die bij nader inzien toch niet wilde trouwen.
‘En hebben jullie toen ook gezien dat het huis ook besmeurd was met de beenderen en het verrotte vlees aan die beenderen van een dood beest? Dat beest zelf lag op een tafel of enige schragen voor het huis. Toch?’
‘Jawel. Op die tafel lag de kop van een beest.’
Een buurvrouw vertelde dat er vooral veel stront in de kelder lag, naar binnen gegooid tussen de tralies van het kelderrampje door.
Schoorvoetend gaven andere buren toe dat de avond tevoren in de herberg van De Vlam een stel mannen jenever dronken, op de hoorn bliezen en ‘taefelen, taefelen’ riepen. Toni Smets was de blazer op de hoorn, waar water in zat dat ‘brobbelde’.
Weer anderen hebben gezien dat achter het huis van Jan Swinkels mensen met schoppen in de aarde aan het wroeten waren, beschenen door het licht van een brandende kaars.
‘Waren die mannen een dood beest aan het opgraven?’
‘Ja, want we zijn voor de stank op de vlucht geslagen.’
‘En hebben jullie dan daarna geen tumult en geraas gehoord, het geluid van
ingegooide ramen?’
Ja, de vrouw van Dirk de Vlam is ’s nachts de straat overgestoken om haar zoontje te halen die bij Toni Smets was. Tegen haar werd gezegd:
‘Wijfke, wilde niet eens zien?’
Zij zag dat er vuiligheid werd gegooid en zij zag ook twee strooien poppen die boven de tafel met de beestenkop hingen.
De twee strooien figuren stelden de bruid en de bruidegom van het afgezegde huwelijk voor, en van de tafel steeg een zware stank op …