Kanalen-fietsroute vanuit Someren

Beschrijving

Vanaf het startpunt Wilhelminaplein in het centrum van Someren knooppunt 42, fietst u richting knooppunt 41- 40- 91- 92- 93- 34- 84- 83- 37 - 38- 86- 87- 20- 95- 96- 40- 41- 42 en komt u weer bij het startpunt Wilhelminaplein. Deze fietsroute loopt via Lierop richting Sluis 9 van de Zuid-Willemsvaart. De Zuid-Willemsvaart is vernoemd naar koning Willem I van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Een uitbreiding van de belangrijkste vervoerswegen, in die tijd de waterwegen, moest de ontsluiting van het Zuiden en de handel in het Noorden bevorderen. De "Willemsvaart" vormde een korter en vooral betrouwbaarder alternatief voor de Maas. Eind 1822 vatten de eerste werkzaamheden aan. Het laagste gedeelte werd op 31 mei 1825 geopend, de hogere gedeeltes op 24 augustus 1826.

De oorspronkelijke Zuid-Willemsvaart legde 123 km af, maar latere verleggingen zorgden voor een verkorting van ±1 km. Het totale hoogteverschil bedraagt 39,25 m. De toenmalige techniek liet sluizen met een verval van 2 m toe; zo kwam men tot negentien sluizen, plus twee sluizen op begin- en eindpunt. Drie sluizen in de omgeving van Helmond worden in 1993 vervangen door één sluis. Het oorspronkelijke kanaal werd met de hand gegraven, door enkele honderden kanaalarbeiders die vaak van buiten de streek kwamen. Het oorspronkelijke kanaal was aan het wateroppervlak 10 m breed. Het Nederlandse gedeelte werd tussen 1890 en 1900 gemoderniseerd. Een derde verbreding en verdieping vond plaats in aanloop naar de steenkoolwinning in Zuid-Limburg in de jaren 1920 op enkele Nederlandse gedeeltes, tussen 1930 en 1935 op het Belgische gedeelte. Een groot deel van het kanaal was voortaan 30 tot 40 m breed.

In Helmond fietst u richting het Eindhovensch Kanaal. Het Eindhovens Kanaal verbindt het centrum van Eindhoven met de Zuid-Willemsvaart. Dit kanaal werd gegraven van 1843-1846 met een lengte van 13,9 kilometer. Bedrijventerreinen van Eindhoven, Geldrop, Mierlo en Helmond liggen aan dit kanaal. Het kanaal loopt dwars door de stroomdalen van de Kleine Dommel en de Goorloop. Er werden, behalve duikers onder het kanaal door voor beide rivieren, ook tien identieke houten bruggen gebouwd, die erg hoog waren, zodat de schepen eronderdoor konden varen. Bij aanleg waren er slechts twee afwijkende bruggen; de hefbruggen bij de Zuid-Willemsvaart en de haven van Eindhoven. In 1846 werd het kanaal geopend. In 1862 voer het eerste stoomschip door het kanaal, er kwam een stoombootverbinding met Rotterdam. Er kwam industrie rond de havenkom, zoals de gasfabriek van Eindhoven en vele andere. Bij Mierlo werd ook een trambrug over het kanaal gebouwd, waarvan de fundamenten nog steeds te zien zijn. Hierin zijn in september 2009 vleermuizenverblijven gebouwd, met grotendeels behoud van het uiterlijk. Tussen 1929 en 1934 werd het Eindhovensch Kanaal verbreed en gemoderniseerd. Sinds 1971 is het kanaal niet meer in gebruik bij de scheepvaart, maar vervult het een recreatieve functie: het kanaal is een echt natuurgebied met een oase van rust voor wandelaar, fietser en hengelaar. Het maakt tegenwoordig, met zijn omgeving, deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur.