Oude Huys
Oude Huys
In het moerassige beekdal van de Aa in Helmond werd op het einde van de twaalfde eeuw (rond 1175 na Chr.) een imposante burcht gebouwd met z…
Oude Huys
In het moerassige beekdal van de Aa in Helmond werd op het einde van de twaalfde eeuw (rond 1175 na Chr.) een imposante burcht gebouwd met zware eiken heipalen, balken en planken. De burcht bestond uit verschillende houten gebouwen, bijgebouwen en een poortgebouw met mogelijk drie verdiepingen en een valhek. Het geheel was omsloten met een palissade van palen en lag goed beschermd in het Aadal, met haar moerassige laagten. De tijd van deze burcht noemen we nu de Hoge Middeleeuwen. In deze burcht woonden Edellieden die zeggenschap hadden verworven over het grondgebied van Helmond. Deze welgestelde ?128;Heren en Vrouwen van Helmond?128; onderhielden contacten met andere elites in het Hertogdom Brabant, dat in die periode ontstond. Het waren grootgrondbezitters, van landerijen en kastelen en met kostbare bezittingen als juwelen en andere luxe goederen. De Hertog van Brabant probeerde met slimme machtspolitiek en uitgekiende huwelijken zijn invloed en het grondbezit uit te breiden. Een tijdlang woonde zelfs de oudste dochter van Hertog Hendrik I van Brabant, Maria van Leuven, in deze burcht, nadat ze weduwe was geworden; eerst van de Duitse Keizer Otto IV en later van Graaf Willem I van Holland.
Na het slopen van de fabrieksgebouwen van Carp?128;s garenfabriek kwam het terrein beschikbaar voor archeologisch onderzoek. Leden van de Heemkundekring Helmond-Peelland vonden al snel een groot aantal palen in de bodem van vroegere gebouwen. De heipalen en verschillende houtconstructies waren door de natte beekdalbodem bijzonder goed bewaard gebleven. Het Oude Huys was in tegenstelling tot andere kastelen, woonhuizen en boerderijen niet gebouwd op een zandige verhoging in het landschap, maar midden in het natte beekdal, op moerige gronden. Vandaar dat honderden heipalen nodig waren om de gebouwen te dragen. De heipalen waren gemaakt van stevig aangepunte eiken boomstammen. Het burchtterrein is niet compleet is opgegraven. Er moet nog een deel onder de aangrenzende percelen liggen. We weten nog steeds niet hoe groot het burchtterrein van het Oude Huys was.
In de nadagen van het Oude Huys, toen de houten burchtgebouwen aan vervanging toe waren, werd op het terrein nog een stenen toren gebouwd, met een diameter van ruim veertien meter. Mogelijk nam Hertog Jan II van Brabant (Heer van Helmond tussen 1294 en 1312) daarvoor het initiatief. De fundamenten van deze toren zijn aangetroffen tijdens de opgravingen op het burchtterrein van het Oude Huys. De grote baksteenformaten en het (Vlaamse) metselverband komt overeen met de vroegste bakstenen gebouwen in onze omgeving. Woontorens (ook wel Donjon genoemd) hadden vier of vijf verdiepingen met telkens één groot vertrek. In de muren was een wenteltrap uitgespaard, evenals latrines, haardplaatsen en kasten. Fragmenten van glas in lood en leisteen wijzen op ramen en dakbedekking. Tijdens de opgravingen bij het Oude Huys zijn veel bijzondere vondsten verzameld. Fraai bewerkte zilveren gespen, vroege metalen (zilveren) lepels, sierbeslag van Heraldische schilden, schaakstukken van ivoor, wapentuig, botten van slachtvee en jachtwild, houten schaaltjes en een grote hoeveelheid aardewerk en steengoed. Dankzij de natte bodem zijn veel uitzonderlijke voorwerpen bewaard gebleven.
De rijke vondsten wijzen op een zeer welgesteld milieu: het is het afval van de hoogste adel van Helmond. De resultaten van de opgravingen zijn niet alleen voor Helmond bijzonder, in Nederland is geen vergelijkbare houten burcht archeologisch onderzocht. Zelfs op het vasteland van noordwest Europa zijn zelfs geen parallellen bekend. Het Oude Huys is, vanwege de vele exclusieve vondsten, de rijkste archeologische kasteelvindplaats van Nederland. Dankzij de natte omstandigheden van het terrein zijn bij het Oude Huys honderden botresten bewaard gebleven en tientallen zaden en pitten van vruchten. Deze overblijfselen van dieren en planten geven zicht op onder andere voeding en natuurlijke omgeving. Een groot aantal hazelnootschillen geeft aan dat deze vruchten geliefd waren, evenals perziken, pruimen en walnoten. Eikels werden mogelijk gevoerd aan de varkens. Runderen, schapen, varkens en kippen stonden regelmatig op het menu. Af en toe kwam er jachtwild op een feestdis; resten van ree en haas en van gevogelte als eend, gans, houtsnip, reiger, waterral en wulp zijn het bewijs daarvoor. Uitzonderlijk zijn resten van een pauw en een sperwer: zij wijzen op een menagerie (dierentuin) met kostbare en bijzondere dieren en op jacht en valkerij.
Onder de vondsten bevinden zich veel metalen voorwerpen die te maken hebben met wapens en strijd. Uitzonderlijk zijn de fragmenten van metalen schildbeslag, een zwaard, zandstenen slingerkogels en smeedijzeren pijlpunten van pijlen voor handbogen, voetbogen en kruisbogen. Van kruisbogen zijn ook twee ?128;tuimelaars?128; gevonden, gemaakt van het compacte gewei van een edelhert. In dit onderdeel van de kruisboog werd de pees aangespannen. Samen