Boerderijmuseum De Tolbrug
Deze langgevelboerderij, gelegen aan de Neerstraat, stamt uit 1917 en is nu in gebruik als museum. Maar ook voor 1917 was er heel wat te doen.…
Deze langgevelboerderij, gelegen aan de Neerstraat, stamt uit 1917 en is nu in gebruik als museum. Maar ook voor 1917 was er heel wat te doen. De Neerstraat is onderdeel van de oude weg van Gemert naar Bakel en eeuwenlang kruiste de Neerstraat hier de Esperloop. Er lag ook een ven, het Goor, dat gevoed werd door de Esperloop en de kwelput die bij de boerderij is aangelegd laat ook de waterrijkheid van dit gebied zien. Oorspronkelijk zal de weg via een doorwaadbare plaats, een voor de door de Esperloop zijn gelopen. In de late middeleeuwen werden bruggen meer algemeen. Nu moest in de tijd van het Hertogdom Brabant iedereen die gebruik maakte van de Brabantse wegen betalen. Dat heette de Grote Zwijgende Brabantse Landtol. Er werd tol geheven naar hoeveel en wat voor spullen je bij je had. De tol was bestemd voor de bescherming van reizigers en het onderhoud van wegen, maar in de praktijk werd het geld daar niet vaak aan besteed. Toen er een brug kwam, kwam er ook een vorster, een tollenaar die geld vroeg voor het gebruik van de brug. Het innen van dat geld was één de rechten van de koning (bij ons de Hertog van Brabant). Maar die kon dat en deed dat ook vaak, aan iemand anders verkopen. Hij kreeg dus geld voor het recht om tol te heffen en de koper, in een geval als dit vaak het gemeentebestuur, mocht tol heffen en houden. Gezien de rechten van de koning ook sloegen op het recht op onder andere wind (zijn windmolen en het dorp mocht niet naar iemand anders), bier, maat, waag, munt en laden en lossen, leverde verkoop goed geld op. In de Tachtigjarige Oorlog werd het helemaal bont, want toen werd op sommige plaatsen dubbel belasting gevraagd, door de Spanjaarden en door de Raad van Staten van Holland. De Fransen hebben rond 1800 het hele systeem omgegooid en de basis gelegd voor ons huidige belastingsysteem.
Nu is De Tolbrug een camping en een museum dat zich specialiseert in de landbouw, traditie en het dagelijks leven van rond 1900. Ze hebben een grote collectie van landbouwgereedschap, huishoudgerei en allerlei handvaardigheids- en ambachtsgereedschap.