15. Gemert van Van Gemert
Neem contact op
1363
Gemert van Van Gemert?
Goed. Eemke was het zwarte schaap van de familie. Niet dat Eemke daar onder gebukt ging. Integendeel, hij koesterde zijn positie binnen de…
1363
Gemert van Van Gemert?
Goed. Eemke was het zwarte schaap van de familie. Niet dat Eemke daar onder gebukt ging. Integendeel, hij koesterde zijn positie binnen de Van Gemert-clan. Het feit dat Diederik, heer van Gemert, en Eemke behalve achterneven ook leeftijdgenoten en jeugdvrienden waren, gaf aan deze Emont Jan Roverszoon van Gemert de vrijheid om zijn losbandige rol binnen de heerlijkheid te spelen. En Eemke speelde die rol met passie en overgave. Doelwit van zijn vaak onbezonnen acties was alles wat met de door hem gehate heren der Duitse Orde te maken had. Vissen in het Egelmeer, het viswater van de commandeur, het molesteren van leden van de schepenbank der Orde, plundering van een hoeve in Handel en een hoeve op Milschot - dus binnen het territorium van de commandeur - en uiteindelijk het bedreigen van de commandeur zelf; vroeg of laat moest het wel fout gaan.
Niet geremd, nee, ook door Diederik niet aan banden gelegd, ging Eemke in april van dit jaar hopeloos over de schreef. Hij haalde wat gelijkgestemde vrienden naar Gemert, onder aanvoering van de in de streek zeer gevreesde Arnd Vilroch en diens broers Henrik en Deenke. Samen met de gebroeders Rolof en Gooswijn van Kelre, Jan de Hendrik van Bitterswijck, Rutger Bamelaer, Peter van den Loek, Gielis van Berlaer en Henneke Roelofszoon waren zij de vechtersbazen die de zaak eens fijn op de spits zouden drijven.
Elke dag reed dit baldadig groepje over de valbrug van het Hooghuis - jawel, Diederik bood hun onderdak - om ergens in Gemert, in het rechtsgebied van de Duitse Orde wat te provoceren, te dreigen en narigheid uit te halen. Commandeur Henrik van Havert kreeg zelfs, nadat Eemke hem eerst in het gezicht had gespuwd en een paar flinke schoppen had verkocht, een brandschatting opgelegd!
En zo ontving Diederik, wellicht in zijn optiek ongevraagd, 250 schilden van de landcommandeur om die schatting af te kopen. Iedereen maakt fouten, maar hier maakte Diederik de fout van zijn leven. Hij nam het geld aan! En dat terwijl Arnd Vilroch en Eemke en hun mannen het aantal plunderingen en diefstallen van Ordebezittingen alleen maar opvoerden ...
Diederik is de afgelopen maanden in gaan zien dat de zaak uit de hand liep. Hij joeg de bende van Vilroch weg en stuurde Eemke, die verhaal kwam halen, met een snauw de burcht uit. Na een paar dagen van wikken en wegen liet hij een brief opstellen:
‛Heer Diederik van Gemert doet het voorstel aan de landcommandeur der Biesen Duytschen Orde om zich gezamenlijk te onderwerpen aan een bindende uitspraak die Wenceslaus van Bohemen en Johanna, hertog en hertogin van Brabant, over het geschil, dispuut en onmin gelieven te doen.’
De landcommandeur ging zonder meer akkoord met het voorstel.
En zo komt het dat heden, 5 december 1363, de hertog en hertogin uitspraak doen in het geschil tussen Henrik van Havert, commandeur in Gemert enerzijds, en Diederik van Gemert anderzijds, ontstaan door de door Eemke, zoon van Jan Roverszoon gepleegde roof en gedane brandschatting jegens commandeur en Hof van de Duitse heren in Gemert:
Diederik van Gemert zal binnen een jaar een bedevaart maken naar Sint-Jacob in Galiciën, samen met Rolof en Gooswijn, zonen van Jan van Kelre, aanstichters van de aanslag op de Commanderij. Voornoemde Eemke zal een bedevaart maken naar Chipers. Al hun overige medestanders worden uit Brabant verbannen totdat zij hertog en hertogin genoegdoening zullen hebben gedaan. Diederik van Geert zal aan de Duitse heren 800 oude schilden betalen, op welk bedrag 70 oude schilden in mindering worden gebracht ter vergoeding van twee paarden, die de commandeur hem heeft afgenomen. Diederik zal voor deze misdaad aan hen gedaan, de hertog en hertogin voor Kerstmis volgend jaar 500 oude schilden betalen.
Nu Diederik hoort wat het hertogelijk echtpaar heeft besloten, verschiet hij drie keer van kleur. Hij begrijpt de onomkeerbare consequentie van zijn foute beoordeling. De verplichte bedevaartstocht naar Santiago de Compostella, ach, dat is het ergste nog niet. En dat Eemke naar Cyprus moet, prima. Maar 800 schilden aan de Orde en 500 schilden aan de hertog, dat is een onmogelijk groot bedrag. Dat kan Diederik alleen maar betalen als hij zijn bezittingen, zijn molens en zijn huis in leen opdraagt. Maar dan is hij in plaats van een vrij grondheer een doodgewone leenman ...