Molen Het Zoutvat | Gemert
In 1544 werd onder leiding van Henrick van Eynatten, commandeur van Gemert, een tweede windmolen in Gemert gebouwd, die de naam Het Zoutvat kreeg. Het was een houten standaardmolen, een zogenaamde onderkruier. Met behulp van een forse staartbalk kan de hele molenkast worden gedraaid en zo op de wind worden gezet. Op 14 oktober 1544 werd de molen officieel in gebruik genomen. De eerste zak met meel was voor Henrick van Hochkercken, namens de Duitse Orde, de tweede zak was voor Henrick van Eynatten, de commandeur van Gemert, en de derde zak was voor Goyart Moeyen.
De molen werd door de Duitse Orde verpacht, samen met molen De Beer en het molenhuis, dat naast De Beer stond. Bekende molenaarsfamilies waren Penninx, Kievits en Van Heeswijk.
Bij het opheffen van…
In 1544 werd onder leiding van Henrick van Eynatten, commandeur van Gemert, een tweede windmolen in Gemert gebouwd, die de naam Het Zoutvat kreeg. Het was een houten standaardmolen, een zogenaamde onderkruier. Met behulp van een forse staartbalk kan de hele molenkast worden gedraaid en zo op de wind worden gezet. Op 14 oktober 1544 werd de molen officieel in gebruik genomen. De eerste zak met meel was voor Henrick van Hochkercken, namens de Duitse Orde, de tweede zak was voor Henrick van Eynatten, de commandeur van Gemert, en de derde zak was voor Goyart Moeyen.
De molen werd door de Duitse Orde verpacht, samen met molen De Beer en het molenhuis, dat naast De Beer stond. Bekende molenaarsfamilies waren Penninx, Kievits en Van Heeswijk.
Bij het opheffen van de Duitse Orde werden haar bezittingen genationaliseerd en beheerd door de Domeinen. In 1833 kocht Adriaan van Riemsdijk de goederen van de Duitse Orde in Gemert, inclusief de molen. Zijn erfgenaam Everard Scheidius verkocht de molen in 1877 aan Ida Coppens, weduwe van Francis van den Boomen, die ook al eigenaresse was van windmolen De Ruyter in Gemert. Uiteindelijk werd Het Zoutvat in 1917 gesloopt.