D2 Op het plein voor de Handelse kerk.

1771

Optelsom

U kijkt er ieder jaar naar uit. Was het maar weer begin september! Op de Onze Lieve Vrouwe dagen en de bijbehorende octaven biedt het plein voor de Handelse kapel een kleurrijk gezicht. Het is markt, met winkeltjes en kraampjes, overdekt met linnendoek. Soms kan religie zó gezellig zijn. Half Brabant komt in die dagen naar Handel.

            ‘Nou ja, veel mensen dan toch.’

Ja, veel mensen. En helaas zijn er tussen al die mensen wel eens van die baldadige lieden die hun vreugde peuren uit andere vormen van vrijetijdsbesteding, zoals het moedwillig vernielen van andermans bezittingen. Dit keer is de Geldropse koopman Frans Paessens het slachtoffer.

‘Ik zat op 8 september ’s avonds achter in mijn tent te eten toen er enige lieden kwamen die dwars door het tentdoek heen hebben gesneden, en wel dusdanig dat mijn knecht Tieleman, die voor in de tent aan het werk was en als het snijden ook maar iets dieper was gegaan, deerlijk gekwetst had kunnen worden.’

Drie getuigen hebben iets gezien: Joanna Hobergen, 40 jaar, spinster, Reinier Lievens, 22 jaar, horlogie-maker en Maria van Hout, 53 jaar, die allerhande werk doet.

Joanna heeft in de tent van haar schoonouders geholpen, Reinier in de tent van zijn ouders en Maria heeft haar eigen tent. Joanna en Reinier hebben in de vroege avond twee jonge kerels verdacht zien rondhangen, maar het vergrijp zelf, dat hebben ze niet zien gebeuren.

            ‘Die twee jongens, dat waren zonen van Jan Strijbos en Jan van Dooren.’

Maria heeft daarentegen wel gezien dat twee jongemannen door het linnendoek van Paessens sneden, maar kent ze niet. Ze heeft jarenlang buitendorps gewoond.

Ach, één en één blijft nog altijd twee. Oppakken die twee kornuiten!