8 Vreemdelingenhaat
8. Ook op het Stereind
1755
Vreemdelingenhaat
De schout neemt het hoog op. Elf personen heeft hij verhoord om te achterhalen wie degenen zijn die het echtpaar, dat pas van over de Peel in Gemert is komen wonen, zo verschrikkelijk hebben geterroriseerd. Tja, Antonie van den Bergh en zijn vrouw Allegonda Maes waagden nog niet zo lang geleden de sprong vanuit Venraij naar Gemert. Ze zijn op het Schilt een winkeltje annex herberg begonnen, maar de Gemertenaren lopen de deur niet plat. Integendeel. Naar Allegonda wordt bijvoorbeeld geroepen:
‘Gaat naar de Overpeelse galg, naar de stroppen. Haalt er de stroppen waar uw neven en ooms aan gehangen zijn.’
En naar haar man Antonie:
‘Peerkloot, hoerenjager, schelm, gij geeft de maat aan de lui niet vol, loopt naar de Overpeelse galg.’
En tegen iemand die de herberg binnen wil gaan:
‘Ha…
8. Ook op het Stereind
1755
Vreemdelingenhaat
De schout neemt het hoog op. Elf personen heeft hij verhoord om te achterhalen wie degenen zijn die het echtpaar, dat pas van over de Peel in Gemert is komen wonen, zo verschrikkelijk hebben geterroriseerd. Tja, Antonie van den Bergh en zijn vrouw Allegonda Maes waagden nog niet zo lang geleden de sprong vanuit Venraij naar Gemert. Ze zijn op het Schilt een winkeltje annex herberg begonnen, maar de Gemertenaren lopen de deur niet plat. Integendeel. Naar Allegonda wordt bijvoorbeeld geroepen:
‘Gaat naar de Overpeelse galg, naar de stroppen. Haalt er de stroppen waar uw neven en ooms aan gehangen zijn.’
En naar haar man Antonie:
‘Peerkloot, hoerenjager, schelm, gij geeft de maat aan de lui niet vol, loopt naar de Overpeelse galg.’
En tegen iemand die de herberg binnen wil gaan:
‘Haalt gij daar jenever? ’t Is Overpeelse jenever die ge daar krijgt en hij geeft de maat niet.’
Tot drie keer toe zijn de bijenstokken van Antonie omvergeworpen, meerdere malen zijn de ruiten ingegooid, het echtpaar is bedreigd met een bajonet, en op de avond van Nieuwjaarsdag is er met een stenen boterpot drek en vuiligheid geworpen, dwars door de ruiten, tot op de toonbank in de winkel:
‘Nu zullen wij u wel krijgen, peerkloot, uw wittebrood is te licht!’
Beangstigend en onthutsend is de constatering dat al die elf getuigen volhouden niets gezien en nauwelijks iets gehoord te hebben. Ja, achteraf, de schade aan het huis, die hebben ze nauwgezet bestudeerd. Maar een dader of daders? Nee, ze kunnen de schout niet helpen. Ongepaste dorpssolidariteit!