3. Ponjarderen

Neem contact op

3.poinjarderen
kapellaanstraat 4
5423 SE gemert-bakel
Plan je route

vanaf jouw locatie

1678

Poinjarderen

Jawel, u kent hem nog. Jan Amans de Lauwere lag zes jaar geleden overhoop met de schout en had hem bijna overhoop geschoten. Maar Jan schaalt op: hij heeft nu ruzie met de commandeur. Baron Ambrosius de Virmundt vertelt vol edele verontwaardiging dat hij gisteren uit het kasteel is gekomen om, vergezeld door een knecht, in het veld te gaan wandelen. In de Cappelaensche steeg liep hij De Lauwere tegen het lijf die, zijn hoed afnemende, aan Zijne Hoogheid heeft gevraagd waarom hij twee dagen geleden geen audiëntie kreeg om te klagen over het ongeluk dat hem was overkomen.

            ‛Omdat gij dronken waart.

Toch begon Jan te vertellen over de beledigende scheldwoorden die een zekere vrouw Verhoeven onder grote publieke belangstelling naar zijn hoofd had geslingerd.

Maar de commandeur heeft het verhaal afgekapt.

            ‛Zelfs a…

1678

Poinjarderen

Jawel, u kent hem nog. Jan Amans de Lauwere lag zes jaar geleden overhoop met de schout en had hem bijna overhoop geschoten. Maar Jan schaalt op: hij heeft nu ruzie met de commandeur. Baron Ambrosius de Virmundt vertelt vol edele verontwaardiging dat hij gisteren uit het kasteel is gekomen om, vergezeld door een knecht, in het veld te gaan wandelen. In de Cappelaensche steeg liep hij De Lauwere tegen het lijf die, zijn hoed afnemende, aan Zijne Hoogheid heeft gevraagd waarom hij twee dagen geleden geen audiëntie kreeg om te klagen over het ongeluk dat hem was overkomen.

            ‛Omdat gij dronken waart.

Toch begon Jan te vertellen over de beledigende scheldwoorden die een zekere vrouw Verhoeven onder grote publieke belangstelling naar zijn hoofd had geslingerd.

Maar de commandeur heeft het verhaal afgekapt.

            ‛Zelfs als gij het grootste gelijk van de wereld zoudt hebben, moet ge dat niet       publiekelijk met mij bespreken.

Jan wilde te berde brengen dat hij dat juist in die aangevraagde audiëntie, zonder de aanwezigheid van het inmiddels toegestroomd nieuwsgierig volk, zou hebben gedaan. Maar zijn gram gemoed verhinderde een rustige, weloverwogen argumentatie. Voordat hij het wist was het eruit:

            ‛Ik ben zo eerlijk als iemand, ja, als Zijne Hoogheid zelf.

Oei, oei, oei, Jan toch. Je vergeet dat je maar een boerenpummel bent. Kijk eens naar het jaartal dat boven dit verhaal staat. We zitten midden in de standenmaatschappij. Je stelt je op dezelfde hoogte als Zijne Edele. We horen je het zeggen en toch is het ongehoord!

Baron De Virmundt hief zijn stok.

            ‛Jawel, maar slechts om quansuis te dreigen daarmee te slaan.’

Jan had dat ‛quansuis’, dat zogenaamde niet door.

            ‛Slaat mij niet, of ik zal u poinjarderen.

Potdomme Jan, dat van die boerenpummel nemen we terug. Poinjarderen! Wij zouden gewoon gezegd hebben dat we voornemens waren de baron te doorsteken.

Waarop de Hoogheid zich tot zijn knecht wendde en zijn musket vroeg, om zich daarmee te verweren tegen de insulten -ja, van een edele heer commandeur mag je zulke woorden verwachten- die hem op de openbare weg werden aangedaan.

Uit het publiek maakte zich de zoon van Jan de Lauwere los. Hij nam zijn vader bij de hand en leidde hem weg uit deze onverkwikkelijke situatie. Of Jan ook weg te leiden valt van de gevolgen van zijn deftig dreigement, wachten we maar even af.

Locatie