14. getemteerd in schoolstraatje
1804
Getemteerd
De schepenen hebben een trieste gang maken, naar het Hofgoed, in het Schoolstraatje. Daar heeft Martinus Herman, die iedereen in Gemert kent als broeder Martinus, zich in zijn eigen waterput gestort. Willemijn Verhallen, die ook een kamer in het Hofgoed huurt, hoorde de afgelopen avond, tegen middernacht, gekrijs. “Heej, heej,” werd er met luide keel geroepen. En even later hoorde ze broeder Martinus in zijn kamer snikken.
‛Wat word ik getemteerd, ik ben nooit zo getemteerd.’
Even later stond de arme vent bij de achterdeur. Willemijn is opgestaan en vroeg hem waar hij naar toe wilde gaan.
‛Gij moet mij niet nakomen, of ik zal u dit en dat doen.’
Hij liep naar buiten, in de ric…
1804
Getemteerd
De schepenen hebben een trieste gang maken, naar het Hofgoed, in het Schoolstraatje. Daar heeft Martinus Herman, die iedereen in Gemert kent als broeder Martinus, zich in zijn eigen waterput gestort. Willemijn Verhallen, die ook een kamer in het Hofgoed huurt, hoorde de afgelopen avond, tegen middernacht, gekrijs. “Heej, heej,” werd er met luide keel geroepen. En even later hoorde ze broeder Martinus in zijn kamer snikken.
‛Wat word ik getemteerd, ik ben nooit zo getemteerd.’
Even later stond de arme vent bij de achterdeur. Willemijn is opgestaan en vroeg hem waar hij naar toe wilde gaan.
‛Gij moet mij niet nakomen, of ik zal u dit en dat doen.’
Hij liep naar buiten, in de richting van de put. Willemijn is naar de buren gehold, maar het duurde even eer ze die uit bed had getrommeld. Uiteindelijk liepen drie buurlieden met haar mee. Broeder Martinus lag inderdaad in de put. Met de puthaak hebben ze het lichaam enigszins omhoog getrokken, zodat ze de broeder in ieder geval boven water konden houden. Toen er zich nog een vierde buurman bij het groepje aansloot, hebben ze het lichaam met vereende krachten naar boven gehaald. Het was duidelijk dat broeder Martinus buiten leven was en ze hebben hem opgetild en naar zijn huis gebracht.